Ter gelegenheid van de installatie van de Hoge Raad van Financiën heeft de Heer Ph.. MAYSTADT, Minister van Financiën, het advies van de Afdeling "Fiscaliteit en parafiscaliteit" gevraagd omtrent vijf welbepaalde vragen inzake vennootschapsbelasting.

De Afdeling heeft eerst afzonderlijk de vraag behandeld naar een advies omtrent het wetsontwerp dat inzake fusies en splitsingen de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen wijzigt. Zij was voornemens de andere punten waarover zij zich diende uit te spreken samen te behandelen.

Op vraag van de Minister heeft de Afdeling in juli 1990 evenwel een afzonderlijk doch voorlopig Advies verstrekt omtrent "de wenselijkheid van de afschaffing van de investeringsaftrek en van de daarmee eventueel samengaande vermindering van het tarief van de vennootschapsbelasting". De Afdeling beschouwde dit dringend verstrekt Advies niet als zijn volledig en definitief antwoord op de eerste vraag die door de Minister werd gesteld. Ingevolge de toen genomen maatregelen heeft de Afdeling de draagwijdte van de eerste vraag uitgebreid aangezien ze van mening was dat alle mogelijkheden om de belastbare basis te verruimen dienden onderzocht te worden.