Advies met betrekking tot de uitvoering van het convergentieplan.

De heer Maystadt, Minister van Financiën, heeft met zijn brief van 12 januari 1994 de Afdeling gevraagd om het advies m.b.t. de uitvoering van het convergentieplan over het jaar 1993 tegen eind februari, ogenblik waarop de begrotingscontrole zou beginnen, ter beschikking te stellen. Het bijgaand advies is in hoofdzaak gewijd aan deze problematiek.

In de context van de evaluatie van de resultaten 1993 heeft de Afdeling, uitgaande van de realisaties 1991 en 1992 zoals deze worden weergegeven door de nationale rekeningen 1992, nagegaan in hoeverre de door haar vooropgestelde schuldstabilisatienorm in 2000 voor Gemeenschappen en Gewesten, rekening houdend met de vertaling ervan in ESER-termen, verenigbaar is met het vooropgestelde traject van het convergentieplan.

In bijkomende orde heeft de heer Minister tevens gevraagd naar een raming van de spontane evoluties op het vlak van de financieringsbehoeften van de deelsectoren tussen 1994 en 1996. Deze spontane evoluties zouden o.m. rekening moeten houden met de uitvoering van "Het globaal plan voor de werkgelegenheid, het concurrentievermogen en de sociale zekerheid". Gegeven de stand van zaken m.b.t. de uitvoering van dat plan meende de Afdeling dat, in de korte tijdspanne die haar was toegemeten, het onmogelijk was een dergelijke raming te maken. In het Jaarverslag dat de Afdeling in de maand juni zal opstellen, zal getracht worden de spontane evoluties over de resterende looptijd van de convergentieperiode in te schatten.

Auteur(s)

Afdeling "Financieringsbehoeften van de Overheid"

Datum